Belgische en Franse vakbonden zouden zich beter heruitvinden

Belgische en Franse vakbonden zouden zich beter heruitvinden

Cultuurverschillen België Nederland en Frankrijk ook zichtbaar in de relatie met de vakbonden

Waarom leggen de vakbonden in België en Frankrijk bij het minste en geringste het land plat en zie je als andere uiterste Nederlandse vakbondsleiders met bijna het schaamrood op de kaken verkondigen dat ze met grote spijt wel eens kunnen gaan staken als de onderhandelingen in het slob blijven zitten. Het wordt hoog tijd dat de Belgische en Franse vakbonden zich opnieuw uitvinden.

In Frankrijk en België gaan vakbonden eerst staken en dan onderhandelen. In Nederland gaan vakbonden eerst onderhandelen en als men er echt niet meer uitkomt dan pas grijpen de vakbonden ten lang leste naar het stakingswapen. Staken is in Nederland nooit populair geweest. Dat heeft alles te maken met de Nederlandse consensuscultuur ook wel polderen genoemd. Met z’n allen tegen de boze zee, met z’n allen als VOC de zeven wereldzeeen bevaren. Met z’n allen achter Oranje, tenminste toen het nog goed ging met het Nederlandse elftal. En als koning Willem jarig is, is het in het hele land feest. Als echter in Belgie de koning jarig is dan komt daar niemand z’n mandje voor uit. Zelfs niet de hond van prins Laurent, ook wel bekend als Prins Woef…
 
Nee, Nederlanders begrijpen er niks van als Air France gaat staken. Of als de Belgische of Franse spoorwegen weer voor de zoveelste keer worden platgelegd. Of als de vakbonden de lidl al meer dan een week gijzelt door hun distributiecentra te blokkeren. In Nederland zie je zoiets niet snel gebeuren, want zo slacht je toch de kip met de gouden eieren en dat wil niemand.

Geld verdienen was in Nederland niet iets vies

Ongetwijfeld heeft het ermee te maken dat Belgie en Frankrijk een redelijk feodale historie hebben en op de koop toe ook nog behoorlijk katholieke cultuur kennen. Hiërarchie en machtsafstand, de invloed van de katholieke kerk speelden een belangrijke rol. Dit tegenover het egalitaire Nederland met een leidende calvinistische cultuur. Ook is in Nederland geld verdienen nooit iets vies geweest. Als het je goed gaat dan zul je dat wel verdiend hebben…
 
De Belgische en Franse vakbonden hebben een cultuur van confrontatie, opstand en rebellie. Ik verdenk ze ervan dat ze stiekem nog een portret van Karl Marx boven hun bed hebben hangen. Gelijkheid was in Frankrijk sowieso altijd al belangrijker dan koopmansgeest. Belgische en Franse vakbonden zien werkgevers niet als partners, maar als vijanden waartegen ten strijde getrokken moet worden. Nederland heeft daarentegen een cultuur waar overleg centraal staat. Samen moeten we eruit zien te komen. Want als het goed gaat met het bedrijf dan gaat het ook goed met de mensen die er werken, zo is de basisgedachte  Bazen zijn geen vijanden, maar partners waarmee je natuurlijk wel stevig onderhandelt  
 
Nu zijn de Nederlandse vakbonden ook geen doetjes, maar als er in Nederland gestaakt wordt, dan zie je vakbondsonderhandelaren vaak met het schaamrood op de kaken verklaren dat echt alle, en dan ook alle andere middelen zijn ingezet om het niet zover te laten komen.

“Vakbonden verhinderen de vooruitgang”

“Vakbonden hebben de macht om iets te blokkeren, maar niet om iets te veranderen. Het hoort bij de sociale traditie. Ze verhinderen vooruitgang, maar doen zelf geen voorstellen die de Franse economie beter doen draaien”, verklaarde onlangs een Nederlandse ondernemer in Frankrijk die anoniem wenste te blijven, bang voor represailles.
 
Ik dacht terug aan een boekje dat ik misschien al meer dan 20 jaar geleden gelezen heb van een zekere William Bridges met als titel: de vaste baan gaat eraan (originele titel: Jobshift). Zijn boek in twee volzinnen samengevat: repetitieve arbeid verdwijnt uit de Westerse wereld en daarvoor in de plaats komen taken met ho(og)ere toegevoegde waarde. Mensen zullen de kennis die daarvoor vereist is, aanbieden op die plekken waar er vraag naar is. Het komt er dan wel op aan dat die mensen vaardigheden bezitten waar een markt voor is. Hebben ze die niet, dan moeten ze die ontwikkelen door bij- en omscholing. Education Permanente…, noemen we dat.
 
“Als de vakbonden mee willen gaan met hun tijd dan zouden vakbondsonderhandelingen niet zozeer moeten gaan over het primaire loon, maar over loonruimte die geïnvesteerd zou moeten worden in bijvoorbeeld levensloopregelingen. Loon, of beter gezegd, beloningen, zouden moeten gaan over wat mensen kunnen, en aan hun bereidheid hun eigen vaardigheden te vergroten. Beloning wordt dan in feite een strikt individuele zaak. Zo wordt de werknemer een ondernemer van zijn eigen werk en dat is de nieuwe realiteit in de 21e eeuw”, aldus diezelfde anonieme ondernemer.
 
Als de vakbonden zich op die terreinen zouden kunnen manifesteren, dan hebben ze nog bestaansrecht. Het wordt dus tijd dat de vakbonden zich gaan heruitvinden…

Evert van Wijk is Nederbelg en woonde de voorbije 30 jaar afwisselend in Vlaanderen en Nederland. Hij is auteur van verschillende boeken over cultuurverschillen tussen België en Nederland. Zijn laatste boek, Valse Vrienden, verscheen eind 2016. Het is uitgegeven bij Scriptum.nl en verkrijgbaar bij de betere boekhandel.Voor meer informatie: cultuurverschillenbelgienederland.nl Hij houdt ook een blog bij over dit onderwerp dat aan deze website verbonden is.

Fusie Ahold Delhaize dreigt niet mis te lopen door cultuurverschillen maar door onmogelijke Belgische vakbonden

Fusie Ahold Delhaize dreigt niet mis te lopen door cultuurverschillen maar door onmogelijke Belgische vakbonden

De fusie Ahold Delhaize dreigt niet mis te lopen door cultuurverschillen tussen Belgen en Nederlanders, zoals De Volkskrant onlangs schreef, maar door de onmogelijke en destructieve opstelling van de Belgische vakbonden. Wellicht als gevolg hiervan haalde de Delhaize topman, Denis Knoops, zijn bedrijfsdoelstellingen niet en werd hij opzij geschoven.

Alle vergelijkingen met de moeizame cultuurverschillen tussen de Fransen en Nederlanders bij KLM en Air France met die van Ahold en Delhaize  lopen aan alle kanten mank. Het enige cultuurverschil dat mogelijk een rol speelt is de machtige positie van de Belgische vakbonden en hun vaak destructieve houding. Nu zijn in Nederland de vakbonden ook geen doetjes, maar daar komt het algemeen bedrijfsbelang toch op de eerste plaats. Dat laatste is in België niet altijd het geval, zoals Denis Knoops heeft mogen ervaren.

Geen moeizame cultuurverschillen tussen Belgen en Nederlanders bij Delhaize Ahold

Denis Knoops had het drie jaar geleden al verbruid bij de vakbonden. Toegegeven, dat kwam deels door zijn onhandige communicatie. Tijdens stakingsacties bestempelde hij toen de Delhaize-medewerkers die werkbereid waren als de ware medewerkers van het bedrijf waarmee hij, tot grote woede van de vakbonden, de stakers diskwalificeerde. Sindsdien is het tussen Knoops en de vakbonden nooit meer goedgekomen. Knoops was voor eeuwig besmet. Dat hij een soort slachtoffer is van cultuurverschillen tussenBelgen en Nederlanders is pertinent onjuist. Het is dan ook volkomen terecht dat dat het Nederlandse management van Ahold ontkent als zou het ontslag van Denis Knoops te maken hebben met die moeizame cultuurverschillen. Er is bij Delhaize en Ahold op dit moment immers absoluut geen sprake van de Belgische en Nederlandse cultuur die met elkaar botsen zoals dat bijvoorbeeld wel bij Air France KLM het geval was. Daar was sprake van Nederlanders die zich gedroegen als olifanten in een porseleinkast, geen respect hadden voor hiërarchie en andersom Fransen die met hun  politieke spelletjes geen oog zouden hebben voor het bedrijfsbelang door te gaan staken op momenten dat het dubbel zo schadelijk zou zijn voor het bedrijf. Nee, hier bij Delhaize ging het om een conflict tussen een Belgische manager met Belgische vakbonden zoals er jaarlijks zovelen in België van zijn.

Belgische vakbonden hebben een ongenaakbare machtspositie

Nu valt niet uit te sluiten dat in de toekomst het Nederlandse management wel met een groot cultuurverschil te maken krijgt als het misschien van wat nabijer kan ervaren hoe onmogelijk de Belgische vakbonden zijn. Nu hebben in vergelijking met Nederland de Belgische vakbonden historisch altijd een heel sterke positie gekend. Toen heel Nederland nog onder de koe zat, was België na het Verenigd Koninkrijk het eerste land op het Europese continent dat in de 19e eeuw zijn intrede deed in het industriële tijdperk. Door de uitwassen van het kapitalisme hebben de Belgische vakbonden hun bestaansrecht toen dubbel en dwars bewezen. Tot aan de dag van vandaag hebben zij daar een sterke positie aan overgehouden. Maar tijden veranderen. Al willen de Belgische vakbonden dat niet inzien. Bang dat ze zijn dat anders hun bijna ongenaakbare machtspositie wel eens aangetast zou kunnen worden.

De vakbond spelen met de centen van een ander sinterklaas

Dat die machtspositie van de Belgische vakbonden zo onaantastbaar is, komt mede doordat in tegenstelling tot Nederland bijna iedere Belgische werknemer lid is van de vakbond. Maar het vakbondslidmaatschap kost in België ook bijna geen drol. Bovendien wordt het overgrote deel van het lidmaatschap vergoed door een verplichte werkgeversbijdrage. Voor het luttele bedrag dat je uiteindelijk zelf op tafel moet leggen, krijg je als vakbondslid heel wat voor terug. Je kunt er je kinderen voor een appel en een ei mee naar zomervakantiekampen sturen. Ook helpen de vakbonden je met allerlei administratieve zaken, zoals het invullen van je belastingbiljet of het aanvragen van subsidies. Maar de meeste klantenbinding hebben de bonden doordat ze de werkloosheidsuitkeringen aan hun leden betalen, mochten die plotsklaps werkloos worden. Natuurlijk betalen de bonden die niet uit eigen zak. Het is wat je noemt een sigaar uit eigen doos. Want ze krijgen dat geld eerst van de overheid en storten het, na afhouding van een percentage, door aan de uitkeringsrechthebbenden. Maar dankzij deze omslachtige constructie denken veel vakbondsleden dat hun vakbond als een soort sinterklaas de uitkeringscheque betaalt. Net als bij kleine kinderen die van de goedheiligman cadeautjes krijgen, kun je dan als vakbond natuurlijk niet meer kapot.

Belgische vakbonden hanteren het conflictmodel

Dan is er nog een andere verklaring waarom de vakbonden zo sterk staan in België. In tegenstelling tot Nederland is er in België veel meer machtsafstand. Het is een katholiek land dat overheerst en onderdrukt is geweest. Hierdoor is er veel meer hiërarchie dan in het egalitaire Nederland dat zijn waarden en normen veel meer ontleent aan het calvinisme. Nederlanders geloven ook veel meer in het consensusmodel. In de strijd tegen het water moet er immers gepolderd worden en daarin is iedereen gelijk. In België is eerder sprake van een conflictmodel. Een model dat stamt uit de 19e eeuw maar dat door de vakbonden maar al te graag in stand wordt gehouden.
De vraag is echter of de Belgische bonden er slim aan hebben gedaan om bij Denis Knoop zo het poot stijf te houden. De Nederlanders willen immers resultaten zien. Daarom is het zo goed als zeker dat het Nederlandse management van Ahold er wellicht bovenop gaat zitten. Pas dan en niet eerder zullen de cultuurverschillen tussen Belgen en Nederlanders zich echt manifesteren.

Over de auteur

Evert van Wijk is Nederbelg en woonde de voorbije 30 jaar afwisselend in Vlaanderen en Nederland. Hij is auteur van verschillende boeken over cultuurverschillen tussen België en Nederland. Zijn laatste boek, Valse Vrienden, verscheen eind 2016. Het is uitgegeven bij Scriptum.nl en verkrijgbaar bij de betere boekhandel.Voor meer informatie: cultuurverschillenbelgienederland.nl Hij houdt ook een blog bij over dit onderwerp dat aan deze website verbonden is.

Verified by MonsterInsights