Speciaal voor de feestdagen een gastronomische editie waarin Evert van Wijk uitlegt hoe de culinaire veldslagen bij zijn Veurnese schoonfamilie in West-Vlaanderen verliepen. Hij ervaarde het als ware uitputtingslagen, rijkelijk besproeid met schuimwijnen, rode wijnen, witte wijnen en dessertwijnen. En natuurlijk mocht ook de calvados en de trappist van West-Vleteren niet ontbreken waarmee op het eind van de dag de pistolets met hesp, kaas en Veurnes potjesvlees moesten worden weggespoeld.
Ook staan we stil bij hoe Nederlanders en Belgen verschillen in aanpak als ze worden geconfronteerd met een lekkende kraan en dat Nederlanders het niet leuk vinden als ze met Duitsers worden vergeleken…
België en Vlaanderen hebben een heel andere debatcultuur dan Nederland. Dat is wellicht ook de verklaring waarom in Nederland mijn boek Valse Vrienden behoorlijk wat meer media-aandacht heeft gehad van krant, radio en televisie dan in België. Wellicht komt dit omdat Valse Vrienden op het vlak van de wederzijdse (on)hebbelijkheden de geit en de kool niet spaart. Van, laten we zeggen, die Nederlandse directheid, daar houden Belgen niet zo van…
Heeft de Nederlandse koopmansgeest ermee te maken?
Ik had mijn uitgever hier van tevoren al voor gewaarschuwd. Vlamingen houden er niet van om een spiegel voorgehouden te krijgen en zeker niet door een Nederlander.
Andersom vinden Nederlanders het wel spannend als een buitenstaander hun volksaard analyseert. Het kan immers geen kwaad om te weten hoe buitenlanders tegen je (on)hebbelijkheden aankijken, vinden Nederlanders want daar kun je alleen je voordeel mee doen. Of daar de Nederlandse koopmansgeest iets mee te maken heeft, weet ik niet. Al is het natuurlijk wel handig om te weten wat je reputatie is als je met een buitenlander zaken gaat doen.
In de debatcultuur botst de Calvinistische met de katholieke cultuur
Het zou me ook niet verbazen dat de calvinistische cultuur er ook een beetje mee tussen zit dat onze debatcultuur zo verschilt. De calvinistische cultuur is nu eenmaal wat opener en minder macho en hiërarchisch dan de meer katholieke Belgische cultuur. Hierdoor botst het ook vaak tussen Nederlanders en Belgen, zo stel ik vaak vast als ik bij bedrijven daarover workshops geef. In de Nederlandse debatcultuur kun je perfect van mening verschillen, zonder dat de persoonlijke relatie daar onder lijdt. In de Belgische debatcultuur ziet men een verschil van mening daarentegen sneller als een persoonlijke afwijzing.
Ik herinner me in dit verband nog goed een telefoongesprek dat ik met de redactie van de Belgische krant De Standaardvoerde, dat ongeveer als volgt ging:
‘Dag mevrouw, ik heb van de uitgever begrepen dat u een recensie-exemplaar van mijn boek heeft aangevraagd en ik vroeg me af of jullie daar nog iets over gaan schrijven?’
‘Het spijt me, meneer Van Wijk, maar we gaan er geen aandacht aan besteden.’
‘Jammer,’ antwoordde ik, ‘maar mag ik misschien weten waarom u tot die keuze bent gekomen?’
‘Jazeker, meneer Van Wijk. We hebben hier intern behoorlijk lang over gediscussieerd, maar we zijn tot de vaststelling gekomen dat uw boek een aaneenschakeling is van clichés. We vinden dat u met uw boek alleen maar open deuren intrapt.’
‘Tja,’ antwoordde ik, ‘als dat uw mening is, waarom schrijft u die dan niet op in een recensie? Daar zijn recensies toch voor?’
‘Nee, toch niet. We gaan er niet over schrijven, omdat dit boek te weinig toevoegt…’
Ik voelde dat het geen zin had om het gesprek voort te zetten. Ik bedankte haar voor haar toelichting, maar mijn conclusie was duidelijk. Ik was net weer getuige geweest van een belangrijk cultuurverschil. In België zwijgt men een onwelgevallig boek liever dood, terwijl men in Nederland er juist een debat over aangaat…
Kent u het werkwoord ‘belgen’? Of het voltooid deelwoord ‘gebelgd’? Volgens ene heer P.H. Schröder wil dat zeggen: boos, geërgerd. Gebelgd is eigenlijk het voltooide deelwoord van het werkwoord belgen, dat vroeger sterk was, zoals nog blijkt uit de vorm (ver)bolgen, maar dat later zwak geworden is. Belgen is afgeleid van het zelfstandig naamwoord balg, zoals in het woord blaasbalg. De eigenlijke betekenis van belgen is: opzwellen. Het zijn dus niet de Nederlanders, maar de Belgen die zich dikker voordoen dan ze eigenlijk zijn. Ofwel: wie zijn er nu de dikke nekken…?
Misplaatst superioriteitsgevoel jegens de Vlamingen
Als Nederbelg heb ik nooit goed gesnapt waarom de Vlamingen zich altijd zo hebben laten ‘belgen’ door hun Franstalige landgenoten. Andersom heb ik nooit begrepen waarom die Franstaligen de Vlamingen voortdurend lopen te jennen? Hebben ze misschien last van een misplaatst superioriteitsgevoel jegens de Vlamingen?
Wel vrij maar niet gelijk
Natuurlijk zijn de Vlamingen niet de grote representanten van de ‘culture française’. Daarvoor moet je bij hun Franstalige zuiderburen zijn. In de ogen van de superieure Franstaligen zijn de Vlamingen maar een hopeloos moerasvolkje. Net als de Nederlanders zijn ze als een soort reservebatavieren ooit met behulp van een vlot de rivier afgezakt en in deze contreien beland. Vlamingen zullen net als Nederlanders nooit iets begrijpen van de verlichte Franstalige cultuur.
Vlamingen waren wel vrij, maar niet gelijk
Vrijheid, gelijkheid en broederschap heeft nooit voor de Vlamingen gegolden. Ook toen België in 1830 een zelfstandig koninkrijk werd. Op papier was afgesproken dat Vlaanderen eentalig Nederlands zou zijn, Wallonië eentalig Frans en Brussel tweetalig. Maar de Vlamingen waren op papier wel vrij, maar niet gelijk. Niet politiek, niet taalkundig, noch sociaaleconomish. De oude Franstalige machtsstructuren bleven in stand. Ook nu nog heeft de Franstalige elite zich daar nooit bij neer wensen te leggen.Een verenigd Europa is nog ver weg. Met de state of mind van de Franstaligen is dat misschien maar goed ook.
Sinds begin juli zit ik in Ierland en ook hier achtervolgen mij de cultuurverschillen tussen België en Nederland. Dit bleek toen ik vorige week in de pub aan de praat raakte met een Nederlander. Ik vertelde hem dat ik net de laatste hand had gelegd aan het manuscript van mijn nieuwe boek Valse Vrienden dat eind september verschijnt en dat gaat over de vaak moeizame relatie tussen Belgen en Nederlanders.
Ik zag dat hij zijn oren spitste en hij schoof naar het puntje van zijn barkruk. “Of hij mij een pint of Guinness kon aanbieden?”, vroeg hij.
“Mag het ook een Murphy’s zijn?”, vroeg ik.
“Natuurlijk”, En hij voegde eraan toe dat hij graag even met mij wilde praten, omdat hij met de gedachte speelde om een Belgische dochteronderneming te starten. Hij had een IT-bedrijf in het zuiden des lands en hij was van daaruit veel sneller in Antwerpen dan in Rotterdam.
Zet bij Belgen niet teveel druk op de ketel
Op aanraden van een vriend had hijeen tijdje terug mijn vorige boek gelezen Waarom Belgen niet kunnen voetballen en Nederlanders nooit wereldkampioenworden. Een aantal ervaringen die ik in dat boek beschreef had hij intussen wel herkend. Hij was er intussen van overtuigd dat België inderdaad echt buitenland was. Ook snapte hij heel goed dat hij met een Belgische zakenpartner moest samenwerken, maar hij had nog altijd geen geschikte partner gevonden. Hij werd overal wel vriendelijk ontvangen, maar als het op beslissingen aankwam dan hielden ze plotsklaps de boot af. Misschien zette hij wel teveel druk op de ketel, want hij had gehoord dat je dat bij Belgen niet moet doen. Hij wist eigenlijk niet goed wat je aan ze had.
Zaken doen in België is niet eenvoudig
Wellicht nog eens ten overvloede beaamde ik dat het voor Nederlanders zeker niet eenvoudig is om zaken te doen in België. Je begint al vaak met een achterstand van minimaal 2-0. Vooral ten opzichte van Nederlanders zijn ze behoorlijk wantrouwig. Bovendien moet je veel tijd en een lange adem hebben. Als je daartoe bereid bent, dan is succes zeker mogelijk. Maar vraag je dan wel af of het sop de kool waard is.
Ik bedoel als je toch van plan bent om tijd, geld en veel energie te besteden, vraag je dan eerst af of je dan niet eerder in eigen land blijft? Want zeker als je in België van start gaat, zul je als Nederlandse ondernemer vooral de eerste jaren het gevoel hebben dat de verhouding tussen input en output behoorlijk uit balans is.
Als bierland is België een aards paradijs
Ik proostte op zijn gezondheid en raadde hem aan alvorens een beslissing te nemen, zeker nog even te wachten tot eind september. Tegen die tijd zal Valse Vrienden in de winkel liggen en de tips, do’s & don’ts zullen hem zeker helpen om tot een afgewogen beslissing te komen…, zei ik met een knipoog.
Het was nu aan mij om te bestellen en ik vroeg Helen de glazen nog eens vol te doen. Even later stonden er twee verse pintsstout bier voor ons op de bar.
Maar hoe je het ook wendt of keert: als je van bier houdt is en blijft België natuurlijk wel een aards paradijs.
Ik denk dat ik zowel Bpost als PostNL mag feliciteren met het afspringen van de fusie. Of moet ik overname zeggen? Want volgens de Belgische media was er wel degelijk sprake van een overname van PostNL als de fusie was doorgegaan. Qua beurswaarde klopt het natuurlijk dat Bpost stukken groter is. Maar qua personeelsbestand is PostNL verreweg de grootste. Het is dus maar hoe je het bekijkt. De cultuurverschillen, niet alleen tussen België en Nederland, maar ook hoe overheidsbedrijven in België geleid worden, hadden wellicht tot een drama geleid op het vlak van samenwerking.
Cultuurverschillen in denken en handelen
Hoe het ook zij: een fusie of overname, zoals je wilt, had geheid tot grote problemen geleid bij beide bedrijven. Niet alleen omdat samenwerking tussen Belgische en Nederlandse teams sowieso vaak problemen geeft. De voorbeelden hiervan zijn immers legio. Denk bijvoorbeeld maar aan Fortis/ABN-AMRO. Een van de redenen waarom het daar ooit zo gruwelijk heeft kunnen ontsporen is mede te wijten aan het feit dat de Nederlandse en Belgische topmensen van de bank alras grote problemen hadden om samen te werken vanwege grote cultuurverschillen in hun denken en handelen. De egalitaire Nederlandse cultuur botste algauw met de sterke hiërarchie die je in veel Belgische organisaties terugvindt. Snel ontstond onderling een groot wantrouwen en veel Belgen en Nederlanders stonden met de rug naar elkaar.
In Belgische overheidsbedrijven heeft de politiek het voor het zeggen
Maar nu eerst terug naar de afgesprongen fusie. Wat de Nederlanders net op tijd hebben ontdekt is is dat ze te maken hadden met een puur sang overheidsbedrijf. In België is dat synoniem met een bedrijf dat niet zakelijke en niet rationeel wordt bestuurd. In een Belgisch overheidsbedrijf heeft nagenoeg enkel de politiek het voor het zeggen. Die werkt met heel wat andere, meestal verborgen agenda’s.
Het feit dat het nieuws van de onderhandelingen bewust gelekt werd door een Waalse socialistische politicus is daar het zuiverste voorbeeld van. Zijn partij zag liever niet dat met de komst van de Hollanders Bpost ongetwijfeld een wat meer zakelijker koers zou gaan vormen met minder ruimte voor politieke spelletjes. Dus daarom een georchestreerde lek met als gevolg dat de vakbonden onrustig werden en naar het stakingswapen grepen. De vakbonden, met de socialistische vakbond voorop, vreesden immers dat bij een fusie hun verworven rechten en hun machtspositie in gevaar zou komen.
“Ollanders” kregen koekje van eigen deeg… of niet heus?
Het niet doorgaan van de fusie/overname was in ieder geval een zware tegenvaller voor Bpost. PostNL was de gedroomde partner om in een slinkende markt van brieven in België in één klap een sterke positie op het vlak van pakjes te verwerven.
Maar je mag de huid van de beer niet verkopen alvorens die geschoten is, luidt een bekend gezegde. Terwijl de onderhandelingen nog volop bezig waren werd in de media met de nodige fierheid rond getoeterd als zouden de zaken al rond zijn. En in de Wetstraat, het Belgische politieke centrum, hoorde sommige politici met enige hoon victorie kraaien dat de rollen nu omgekeerd waren. Want 10 jaar eerder hadden de Nederlanders geprobeerd om het toen noodlijdende Bpost over te nemen en dat was hun destijds toch maar niet gelukt… Nu kregen die ‘Ollanders’ dus een koekje van eigen deeg. Des te pijnlijker moet het dan ook geweest zijn toen bleek dat PostNL alsnog afzag van de verkoop van het bedrijf aan de Belgen.
Een ouderwetse wedstrijd Nederland – België
In eerste instantie kreeg de Franstalige politicus die het nieuws van de voorgenomen overname gelekt had de schuld van het afspringen van de fusie. Maar in de media was ook te lezen dat de Nederlanders met twee maten zouden wegen. “Ze hebben hun mond vol als het gaat om de vrije markteconomie indien ze zelf op overnamebod zijn, maar zodra een buitenlands bedrijf een Nederlandse onderneming wil overnemen dan kan er plotseling niks meer.”
Wat de Belgen vergeten is echter dat ze bijvoorbeeld in de jaren negentig dezelfde reflex hadden toen ze de Generale bank aan de Nederlanders dreigden te verliezen. “Jamais aves des bataves”, riep Albert Frère, een van de belangrijkste en machtigste investeerders van België. En er gaan zelfs verhalen dat destijds het Belgische hof werd ingeschakeld om die overname te torpederen.
Hoe het ook zij: het niet doorgaan van de fusie met PostNL was tussen de regels ook emotioneel een gevoelige streep door de rekening van vele Belgen. Het voedde ongetwijfeld het Calimero-gevoel jegens de Nederlanders dat nog altijd leeft. Of om het in voetbaltermen te zeggen: een soort wedstrijd Holland-België, die dit keer in de verlenging op punten door de Belgen verloren werd.